Plan van aanpak

Mijn doelen voor de komende twee weken aan het theaterproject:

• Aan het eind van het theaterproject kan ik mijn mimiek, houding en stem aanpassen op het personage dat ik vertolk.
• Aan het eind van het theaterproject kan ik feedback ontvangen en geven.

Ik heb gekozen voor deze twee doelen als uitgangspunt, omdat hier mijn grootste uitdaging ligt. Ik wil graag een rol vertolken in het toneelstuk dat wij gaan uitvoeren over twee weken, alleen weet ik niet of ik mij volledig kan verplaatsen in het personage. Om de mimiek, houding en stem aan te kunnen passen op het personage moet ik volledig geconcentreerd zijn. Hier ben ik competent in, alleen weet ik niet of ik dat ben wanneer ik voor mijn klasgenoten zal gaan oefenen. De concentratie moet ik dan natuurlijk ook kunnen vasthouden en dat zal een uitdaging zijn. Een tweede valkuil kan zijn dat ik mijn rol saai ga vinden. Wanneer ik een rol krijg die ik niet leuk vind om uit te voeren, dan kan ik mij hier niet voor de volle 100% procent inzetten. De verveling zal dan overheersen ben ik bang en dus kan ik niet optimaal acteren.
Ik vind het leuk om humor in te zetten tijdens het acteren en kan met mijn mimiek vaak communiceren op non-verbaal wijze. Dit zijn kwaliteiten die ik bezit en die ik zeker zou kunnen toepassen tijdens het acteren. Het publiek kan ik dan laten lachen en/of laten zien hoe ik mij voel als personage op het podium.
Ik vind het moeilijk om feedback te geven en vind het soms nog lastig om te ontvangen. Het idee kan bij mij ontstaan dat ik zelf niet weet wat ik moet doen, wanneer ik bijvoorbeeld feedback ontvang. Zelf denk ik op dat moment dat ik wel weet wat ik moet doen, maar als dan blijkt dat ik het verkeerd inzie kan ik hier moeilijk mee omgaan. Ik zal hier wanneer ik een rol speel mee om moeten kunnen gaan, want een regisseur ziet over het algemeen verbetering wanneer er wordt gerepeteerd. Ook het geven van feedback is een punt waar ik aan kan werken. Ik kan dit geven, alleen twijfel ik soms of ik het moet doen om bijvoorbeeld niet iemand te kwetsen. Deze weken zal ik dus proberen op een positieve manier deze feedback te geven en aan de persoon te vertellen dat ik dit doe om hem/haar beter te laten presteren. Ik zal mijn feedback moeten kunnen onderbouwen om hem/haar verder te kunnen helpen.